1: Een goed begin is het halve werk
Voor iedere gebruiker is er een eerste keer waarop hij of zij de webapplicatie opent. Een belangrijk moment, want hier wordt de eerste indruk achtergelaten. Wordt de gebruiker een fan of haakt hij af? En… hoe zorg je ervoor dat de gebruikers enthousiast worden en blijven?
Neem nieuwe gebruikers bij de hand en zorg voor een goede onboarding zoals dat in vaktermen heet. Zorg ervoor dat iedere stap in het proces duidelijk wordt voor de gebruiker, dit door middel van tips die in beeld te zien zijn. Wat is de eerste stap voor de gebruiker? Waar moet hij klikken? Wat moet hij daarna doen? Waar zijn de belangrijkste opties te vinden? Kortom: maak ze wegwijs in de applicatie.
Verberg de tips wanneer de gebruiker voor de tweede keer inlogt. Voeg je nieuwe functionaliteiten toe aan de webapplicatie? Toon opnieuw tips en maak de gebruiker meteen enthousiast over de nieuwe mogelijkheden.
2: Geen beren op de weg
Iedere webapplicatie heeft een doel. Hoe makkelijker het voor de gebruiker is om dat doel te bereiken en hoe fijner de webapplicatie werkt, des te enthousiaster de gebruiker wordt. Dat klinkt misschien logisch, maar we merken regelmatig dat er vooraf niet altijd goed over is nagedacht. Ingewikkelde formulieren en verstopte functionaliteiten krijgen de handen niet op elkaar bij gebruikers. Het gevolg? De nieuwe webapplicatie wordt niet gebruikt en men grijpt terug naar de oude manier om het doel te bereiken.
Hoe makkelijker het wordt om een doel te bereiken, bijvoorbeeld het toevoegen van nieuwe klanten, het registreren van uren of het bekijken van personeelsroosters, hoe groter de kans dat de medewerker de webapplicatie blijft gebruiken.
Soms is door de bomen het bos niet meer te zien in een webapplicatie. Geef daarom duidelijkheid over de functionaliteiten. Er staan vaak meerdere functionaliteiten op het scherm. Maar niet iedere functionaliteit is even belangrijk. Maak onderscheid tussen primaire en secundaire functionaliteiten. Geef de belangrijkste opties meer aandacht, maar zorg ervoor dat de secundaire opties goed vindbaar zijn.
3: Wie is jouw gebruiker?
Ken de doelgroep van jouw webapplicatie. Zijn ze jong of oud, hoger of lager opgeleid, man of vrouw. Het referentiekader van je gebruikers bepaalt in grote mate hoe succesvol jouw webapplicatie wordt. Bij het ontwerpen van de webapplicatie en het indelen van de verschillende schermen hou je rekening met de doelgroep. In welke beroepsgroep zijn ze actief? Hoe oud zijn ze? Door zoveel mogelijk informatie te hebben over jouw gebruikersgroep, kun je ze zo goed mogelijk bedienen. Wat jij logisch vindt, kunnen jouw gebruikers onlogisch vinden. Wat vinden ze interessant en wat frustreert hen? Neem deze obstakels weg en laat jouw webapplicatie aansluiten op hun denkpatroon.
4: Wees consistent!
Stel je staat voor een stoplicht en het bovenste licht sprint op groen. Verwarrend en niet realistisch? Jazeker, maar toch zien we regelmatig vergelijkbare situaties in webapplicaties. Consistentie maakt het gebruik van jouw webapplicatie voorspelbaar. Laat ze bij de onboarding (zie tip 1) de belangrijkste functionaliteiten en kenmerken zien en voer deze heel consequent door in de gehele webapplicatie. Dit verhoogt het gebruiksgemak en neemt de angst om te klikken weg. Je weet als gebruiker immers wat er gaat gebeuren wanneer je voor de zoveelste keer op diezelfde kleur button die op dezelfde plaats op je scherm staat.
Conclusie
Het komt steeds op hetzelfde neer: laat ze niet hoeven nadenken, don’t make them think. Hoe minder jouw gebruikers moeten nadenken over de webapplicatie, des te gelukkiger ze worden van het gebruik ervan. Hoe gelukkiger jouw gebruiker is, des te groter de kans dat hij of zij het blijft gebruiken én zelfs gaat aanbevelen aan anderen.
Bonustip 5: Lees een boek!
Het boek Don’t make me think van Steve Krug wordt beschouwd als de bijbel op het gebied van gebruiksvriendelijke websites, webshops en webapplicaties. Wij kijken regelmatig terug in het boek, omdat het duidelijke uitgangspunten en eenvoudig toe te passen principes heeft!
